Voor een nieuwe Randstadprovincie en Semi-sneltramwegen zie de pagina Centraal-Holland |
||||||
(Door financieele problemen die ons onverwacht hebben getroffen is ons stemadvies niet eens tot een afgeronde vergelijking van de voornaamste programma’s gekomen. Wij geven hier wat we hebben in de hoop dat nog iemand er wat aan heeft. Zodra onze aandacht weer op de politiek kan worden gericht hopen we met verdere voorstellen te komen. Maar hier zijn dan toch een paar pagina’s). De Wanhoop van de Verkiezingsprogramma’s De wanhoop van de verkiezingsprogramma’s! Hier en daar zijn puntjes uit het programma van de Sociaal-Liberale Partij gepikt, maar geen een partij verlangt een culturele renaissance waarmee we in staat zouden zijn onze globalisering en de inburgering van nieuwkomelingen in goede banen te leiden. Geen een programma is een hecht, consequent bouwwerk. En dan zijn de meeste zo globaal, zo hyperglobaal, dat ondanks alle beweren van het tegendeel het individuele uit het beeld verdwijnt.
De programma’s zijn burgerlijk-regenteske vertoningen. De aandacht ligt bij de Nederlandse economie met veel verschil van mening of de AOW-leeftijd nu naar 65½ of 66 of 66½, 67 of misschien wel naar 67½ moet. Ten eerste nemen we deel aan de Euro, en ten tweede zijn er ook zoveel onbekende parameters van de binnenlandse economie, dat het geheel een schertsvertoning is. Het enige wat we kunnen en moeten doen is afspreken welke andere factoren, zoals belastingpercentage, BTWhoogte, hypotheekrenteaftrek, kosten verbetering onderwijs in taal, geschiedenis, gebouwd milieu, enzovoorts: in andere woorden, in de humaniora, we maximaal en minimaal willen meewegen. En dat we bereid zijn de tering naar de nering te zetten indien door de globale ontwikkeling onze prognoses te optimistisch zijn geweest. Huiveringwekkend griezelig ondoordacht en onsamenhangend zijn verschillende voorstellen voor constitutionele vernieuwingen. Voorstellen om het aantal kamerleden te verminderen schijnen alleen ingegeven door de wens de opkomst van nieuwe partijen te verhinderen. De SP concentreert zich op de verdeling van inkomsten en uitgaven terwijl haar constitutionele voorstellen (zoals afschaffing van de monarchie) geheel uit het beeld verdwijnen. Te contentieus? We zijn nu bij Groen Links terechtgekomen, maar dat wil als een dolzinnige alles tegelijk overhoop halen: Eerste Kamer afschaffen, Tweede kleiner maken (maar geen idee hebben dat ze dan meteen terug zou kunnen naar de oude zaal, die physiek (menselijke afstanden), historisch (hier werd de eerste grondwet opgesteld, hier werd sindsdien vergaderd) en aesthetisch (zoals we zullen uitleggen) zo met ons land is verbonden. D’66 idem dito, maar met het geschifte idee het werk van de Eerste Kamer aan “deskundigen” over te laten. Niemand wil het “dualistische systeem” van raadsleden en wethouders aanpakken. Ten eerste ontstaat hierdoor een tussenlaag van klerken, een zoveelste bestuurslaag, en verder is het systeem rampzalig voor diensten als bouw- en woningtoezicht omdat de wethouders gewoon uit de landelijke pot worden gerecruteerd, van de plaatselijke omstandigheden vaak niets weten en hun eerste affiliatie die met de landelijke partij is (vliegen ze in Lutjebroek eruit, geeft niets, dan worden ze gewoon in Grootegastermond benoemd). Een extra bestuurslaag die een verkokerd partijsysteem ten goede komt, maar niet de burgers. EU-ontwikkelingen die ons allemaal treffen worden zelfs niet aangestipt. Dat is te lastig. Maar of en hoe Griekenland wordt geholpen treft ons allemaal. Geen een partij komt met een voorstel. Om het dilemma kort weer te geven : geven we Griekenland de kans de Eurozone te verlaten (waarvan zijn economie maar een drie procent uitmaakt), dan kan het devalueren en zijn economie opkrikken zonder extreme bezuinigingen (waarvan het overigens de vraag is of het die haalt). Tegen zijn de bankiers van de rijke Euro-landen, die op hun leningen aan Griekenland minder terug zouden krijgen. Maar dat is toch een normaal risico? (Ik heb eens als kleine spaarder wat Australische obligaties gekocht en daar tenslotte de helft voor teruggekregen. Hoort men mij roepen dat men Australie had moeten out-bailen zodat alle belastingbetalers van Nederland ervoor hadden gezorgd dat ik alles terugkreeg?). De Euro waar men niet uit kan blijkt nu onverhuld een neo-liberaal concept, zodat wij met ons allen het risico van de grote bankiers overnemen. Tel uit je winst! Over de aansluiting van Turkije bij de EU ontbreekt alle realiteitszin. Zacht gefemel van Femke Halsema’s partij dat Turkije lief moet zijn en zo… Intussen drijft Turkije af richting Iran, echt Femke, dan kunnen we hoogstaande praatjes houden, maar het enige wat we bereiken is dat we Duitsland en Frankrijk meer schijnargumenten geven om tegen opneming te zijn. Neem nu de VVD en haar verlangen de hypotheekrenteaftrek intact te laten. Is dat nu liberaal? is dat het vrije spel van economische krachten? och Heere neen! Dat is gewoon dirigisme, neo-liberaal dirigisme waarbij niet zoals in Stalin’s Sovjet-Unie de kaasschaaf over de toppen gaat, maar waarbij juist de toppen het meest profiteren van het staatsdirigisme en de modale burger een kunstmatig hoge hypotheekrente betaalt. En D66 is alweer “anders”. Hoe vaak hebben we dat nu al meegemaakt! Sommige punten, zoals de gekozen burgemeester komen oppervlakkig gezien dicht bij de standpunten van de Sociaal-Liberale Partij, maar missen de uitwerking die ze tot meer dan loze kreten moet maken. Moet dan niet meteen de functie van de burgemeester opnieuw worden gedefinieerd, waarde vriend Pechtold? Zou het misschien de transparantie en de democratie (en de scheiding der machten) niet ten goede komen om dan de (voor het Ministerie) pottenkijkerige taken over te hevelen naar een ambtenaar als bijvoorbeeld de gemeentesecretaris? Die wel verantwoording aan de gemeenteraad moet afleggen, maar niet door de grillen van de politiek bij de verkiezingen zou kunnen verdwijnen. En dan die onderwijsparagraaf van Ronald Plasterk van de PvdA, die aan gebrek aan innerlijke cohaesie te gronde gaat. Aan de ene kant de oude, bevoogdende, educatieve SDAP-er, aan de andere kant de gewenste, strikt mercantiele winstgevendheid van de musea! Het spel van vrije maatschappelijke krachten in de culturele sector. Hij wil een kreupele balans als (noodzakelijk geachte) vernieuwing propageren. En dan missen we nog de habituele bliksemafleider van alweer een nieuwe (ook al volgens het schema nieuw = goed), kortom weer een nog nieuwere, nog debieler, nog deutschfreundlicher en nog gallophobere spelling! Verkoop zo een spelling als wetenschappelijk en er is geen een kamerlid dat zich afvraagt wat er nu eigenlijk wetenschappelijk aan deze of gene spelling is, of dat, omgekeerd, de snuggere inval krijgt te informeren waarom een spelling eigenlijk wetenschappelijk moet zijn. Het stemadvies wordt moeilijker dan ooit. Laten we ons advies tot een enkel belangrijk punt reduceren. Essentieel is goed onderwijs – dat is, zo als het zo mooi werd uitgedrukt algemeen vormend. Bij elke partij lezen we prachtige verklaringen dat er meer aan het onderwijs moet worden uitgegeven, maar waar blijven de humaniora? Bij elke partij is er het gevaar dat alleen maar meer wordt uitgegeven aan de informatietechniek. Het is geld in de bodemloze put van de waan van de dag smijten! Waarom doet de industrie dat niet zelf? Vroeger had je, om maar iets te noemen, het fameuze natuurkundige laboratorium (het “Nat-Lab”) van Philips. Waarom verwacht de industrie investeringen van de overheid die ze zelf zou moeten doen? Bovendien ontwikkelt die informatietechniek zich zo snel dat elk groot bedrijf zijn bijscholingscursussen heeft. Uiteraard blijven er terreinen over waar universitair (post-doctoraal) onderwijs gegeven moet worden en research kan plaatsvinden. Maar ook daar lopen de kosten zo gigantisch op dat men gedwongen wordt tot keuzes en internationale samenwerking. Is het geen uitdaging voor het Ministerie om te proberen tot een evaluering, ik zeg niet eens quantificering, van de humaniora te komen? Het effect op onze geestelijke ontwikkeling van goed taalonderwijs proberen te schatten, niet alleen in het Engels, maar ook in de classieke talen zoals Latijn en Grieks en het (helaas al bijna “classiek” te noemen) Frans en Italiaans? Nu zien we de PvdA worstelen met zo iets eenvoudigs als het meervoud van het woord “crisis”. Alleen al het Engelse meervoud (crises, zoals in het Latijn) zou hun de weg kunnen wijzen. Nu staat er op p. 73 van hun programma iets armzaligs als “De klimaat- en voedselcrisis [hier is het enkelvoud genomen] raken [hier is het meervoud genomen] velen.” Jammer dat zo een sukkelachtigheid, misschien een drukfout, afleidt van zo iets ernstigs. Veel erger nog, ronduit miserabel en beschamend, is wat schrijver dezes een jaar of tien geleden al is overkomen bij een opvoering van de Lucifer – verweg Vondels meest dramatische en speelbare toneelstuk, maar wat hij hier zegt geldt ook voor de Gijsbert en zijn andere poezie – het bleek ten eerste dat de regisseur geen greep had op de materie en het spelen in een rotzooi liet ontaarden, en ten tweede dat van alle spelers er maar één Vondels verzen correct, mooi en met gemak wist uit te spreken… Dat was Sacha Bulthuis, en nu zij is overleden is er bij die gerenommeerde (!) toneelgroep De Appel niemand meer die Vondel kan spelen… Dat ligt niet aan de spelers. In de eerste tientallen jaren na de Oorlog, toen men had begrepen hoe nodig het onderhouden van het nationale erfgoed is voor de sociale samenhang en het gezamenlijk deel hebben aan de cultuur, zijn er talloze prachtige voorstellingen geweest. Van Vondel, van Brederode, van Tshechof, en van het moderne repertoire waar ik b.v. Han Bentz van den Berg en Ank van der Moer Twee op de Wip (Two for the Seesaw van William Gibson) heb zien spelen. Het stuk was op hun lijf geschreven en het ging zelfs beter dan de (tweede) Londense voorstelling. Dat het niet meer gaat ligt niet aan de acteurs, maar aan de regisseurs, die door de vervlakking van het onderwijs en de zucht naar “nieuw, nieuw, nieuw” geen enkel begrip meer hebben voor iets dat ouder is dan twee, drie jaar. Essentieel is het milieu – maar geen enkele partij beseft dat daarbij het gebouwde milieu hoort, waarin we ons elke dag moeten bewegen, waarin we in de eerste plaats leven, waarin de geschiedenis speelt, de continuiteit zichtbaar is die ons gevormd heeft, ons tot Nederlanders maakt, en niet tot globalisanten zonder culturele wortels. Laten we een in het oog lopend voorbeeld van ons gebouwde milieu nemen en beginnen met de ellendigst denkbare expressie van de moderne gelijkgeschakelde mens, het gebouw dat uitdrukking moet zijn van onze burgerlijke democratische traditie, ons nationale parlement. Had het parlement nu maar geluisterd naar Annelien van de Kappeyne van de Copello!
Wij komen aan op
het Binnenhof, in het gezicht van de Grote Zaal (romantisch wel de
Ridderzaal genoemd) die Willem II en Floris V hebben gebouwd in de
dertiende eeuw als teken van hun macht en van de consolidatie van
het Graafschap Holland, dat, zoals alle lezers die nog algemeen
vormend onderwijs hebben genoten weten, de kern is geweest waaruit
tenslotte de Republiek (1581-1795) en, sinds 1813, het huidige
Koninkrijk der Nederlanden zijn ontstaan. En had het parlement nu maar geluisterd naar Annelien van de Kappeyne van de Copello! Maar zo ging het niet, ach heden neen!Neen, neen, die Balzaal was te klein (je kon er bijvoorbeeld gemakkelijk interrumperen!) en er moest een moderne architect worden aangezocht om een nieuwe, grote zaal te fixen. Je moet dus het Binnenhof weer uit- en om- en rondlopen om ergens, helemaal aan de Lange Poten of zo een ingang te vinden. Eerst loop je dan langs wat vroeger de Hofcingel was en waar enkele aardige achttiende-eeuwse huizen stonden. Die zijn gesloopt en er voor in de plaats is toch iets gekomen dat het hart sneller doet kloppen! Halfrond springt daar de ZAAL van de TWEEDE KAMER naar voren, alsom den volke te tonen dat hier die ronde arena is waar de afgevaardigden hun weldadige wetgevende arbeid verrichten en de regering controleren bij de uitvoering der wetten. De helft van de Zaal springt vooruit als een reusachtige munt die halfverwege in een slotmachine zit, om symbolisch te tonen dat volk en vertegenwoordigers hier elkaar raken, dat hier je zaken worden behartigd. Je wordt dus allemachtig nieuwsgierig naar de draaizijde van de munt, maar eerst moet je de hoek nog ronden waarop een hoog gebouw echt torent. Het lijkt in volume wel een pendant van de Mauritstoren op de andere hoek van het Binnenhofcomplex. Maar die toren was de uitdrukking van Maurits’ macht, Maurits, die zoals we weten in 1618 de wet verzette en de macht greep! Neen, deze toren symboliseert de mediamacht, hij herbergt de journalisten. De architect heeft wat geworsteld met de bekleding, die is in natuursteen die vlak naast de ingang in vreemde slappe druipsteenvormen ontaart – groezelig hoor! Symboliseert dat nu de nieuwe “sleaziness”, de stroperige ondoorzichtigheid van het regeringsgebeuren en bijbehorende koffiedikkijkerij van de verslaggevers of is het gewoon dat de architect, zoals alle moderne architecten, geen weet heeft van wat natuursteen eigenlijk is en dat je daarmee niet kunt kleien als een kind op de Froebelschool? We gaan naar binnen vol verwachting naar de andere kant van die grote glanzende schijf, sorry, Zaal! Waar is die andere kant nu? We bevinden ons op een typische restruimte tussen de randbebouwing van het blok en we moeten nu toch van af de Hofpleinkant die zaal die we net hebben gezien naar binnen zien buigen. Gefopt! Dat is een teleurstelling! De belofte van de buitenkant wordt niet waar gemaakt! Hier is gewoon niets ! Had het parlement nu maar geluisterd naar Annelien van de Kappeyne van de Copello! Maar zo is het niet gegaan, ach heden neen! Annelien had in de Balzaal willen blijven. En nog een paar parlementariers vonden dat een goed idee. Maar neen, nu komt het Parlement bijeen in een Zaal die in elk opzicht het tegendeel is van wat een democratie verlangt. De hoofdvorm alleen al. Zitten de volksvertegenwoordigers daar in het halfrond, dat niet doorloopt maar letterlijk stuit tegen de regeringsmuur. Stuitend. Zeer ondemocratisch zitten de leden van ons illuster Parlement ook veel te ver van elkaar. Een zaal waar met een beetje inschikken wel vijfhonderd man in zou kunnen. Maar neen, lekker geisoleerd zitten ze daar. Het interrumperen is onmogelijk geworden en vervangen door een wel geregeld, van te voren besproken optreden. Waar blijft de spontaniteit van de snelle reactie? Haast opzettelijk is de acoustiek van deze veel te grote zaal zo dat alle opmerkingen in de ruimte worden gesmoord. Alleen wie net aan de microfoon mag spreken komt aan bod. Is deze zaal al een pover vertoon van democratie, elders in de binnenplaatsoverkapping is het niet veel beter. Een pielige roltrap voert naar boven. Ze is zo smal dat inhalen onmogelijk is en iemand die actief is gedwongen wordt het tempo van de langzaamstgaande te volgen of zelfs stupide stil te staan. Symbolisch voor vooral maar niet meer willen presteren dan een ander, vooral niet excelleren en al die andere goede eigenschappen die we gewoon zijn bij onze Volksvertegenwoordigers te vinden! We haasten ons naar buiten om te zien of er verder aan de buitenkant misschien wat culturele aanpassing aan ons rijke verleden heeft plaats gehad. Want die buitenkant komt heel tot aan het Plein. Op de hoek van de Lange Poten en het Plein vinden we dan een plomp ministeriegebouw dat aan het einde van de 19de eeuw met een Neo-Manieristische stijl onze affiniteit met onze Gouden Eeuw moest tonen, maar dat het helaas alleen al door de viesgrauwe kleur van zijn baksteen laat afweten. Dan hebben we als “culturele” aanpassing nog liever het accurate historische herstel van de Grote Zaal. Nota bene uitgevoerd door dezelfde mannen die hier dat plompe ministeriegebouw (nu onderdeel van het Tweede Kamercomplex) hebben gepropageerd en die, veel erger nog, daarvoor een juweel van onze Gouden Eeuw, het Huis van Constantijn Huygens, hebben laten slopen. De tuin van dat huis bevond zich ongeveer aan het midden van het Plein in de richting van dat andere juweel, het Mauritshuis. Er was laatstelijk het gebouw van de Hooge Raad geplaatst – niet bijzonder fraai, maar met trappen en vriendelijke sculpturen van rechtsgeleerde mannen wel passend voor die hoge functie.
En had het
parlement nu maar geluisterd naar Annelien van de Kappeyne van de
Copello! Op deze bijzondere plaats verwachten we een hoogstandje van de architect. Niet iets hoogs of letterlijk groots, maar iets verfijnds en innemends, iets met weinig afstand, iets met een menselijke maat! Hier kon hij laten zien dat we trots kunnen zijn op de menselijke, culturele rol van ons Nederlandse Parlement. En dan opeens! Pang, boem, kledder – het is alsof je van Rita Verdonk een vuistslag midden in je gezicht krijgt! Een afschuwelijk grof gebouw, groot, grof en gruwelijk, vult daar de ruimte waar eens de Hooge Raad was gevestigd. Waar is hier de menselijke maat? Is dit een manier waarop de globalisering wordt vormgegeven, dan verzuchten we : « en was het nu maar altijd zo gebleven, maar zo bleef het niet, ach heden neen! »
|
||||||
Men ziet de moderne uitstraling van het Rita Verdonk Gebouw op museumdirecteur Pi van Krimpen die met zijn kokervisie op Escher de Nederlandse pluriformiteit al even erg reduceert als al die globalisten, die, om bij het gebouw van het Nederlandse Parlement te blijven, met hun internationale architectenbureaux overal dezelfde troep bouwen die net in de mode is, ongeacht of die bij de traditionele architectuur past van het land waarin ze toevallig bouwen, en ongeacht de omgeving waar ze bouwen.
Laat ik niet
beginnen met de vele tekortkomingen van de nieuwe monumentenwet,
maar een van de schrijnendste tekortkomingen (en dat in
vergelijking met veel grote, beschaafde Europese landen waar zo
iets wel bestaat) moet wel worden genoemd : het ontbreken van ook
maar enige zonering. Geen een partij schijnt te beseffen dat een
van de belangrijkste componenten van ons nationale erfgoed, het
gebouwde milieu, overal ernstig wordt bedreigd. Bij geen een partij vinden we een doordacht voorstel om de globalisering te verwerken zonder verlies van eigen normen en waarden. Ook daarom is de inburgering zo droevig. (A) Stel ik ben een Turk en een vrome Mohammedaan. Ik vind tot mijn plezier dat hier vrijheid van godsdienst en scheiding van Kerk en Staat bestaan en dat de meerderheid der partijen seculier is. So far so good. Alleen Wilders en Rita .. als die samen maar niet meer dan 40% van de stemmen halen. Wij komen op onze vrome Turk terug. En op het onderwijs. Want er is natuurlijk een verband tussen de aantrekkelijkheid, wat zeg ik, de mogelijkheid, van inburgeren (om nare woorden als assimilatie en zo te vermijden, mag ik van acculturatie spreken, lieve lezers?) en goed onderwijs. Zelfs enigszins op nationale leest geschoeid en de new-speak van velen weer vertaald in goed Nederlands (ja, ja, zo moesten wij vertalen, niet enigszins in de richting van (“naar”), maar lekker normatief en waardevast). Stel ik ben een Algerijn of een Maroccaan. Verder gelijk aan de paragraaf met de (A) erin. En dan. Ik lees par. 57 van Groen Links. Zij luidt: “Er komt een verbod op dieronvriendelijke (sic) ingrepen, zoals het castreren van biggen.” Hm, van toekomstige beren toekomstige bergen maken in algemeen beschaafd Nederlands. En: niet vriendelijk voor dieren. Ik heb “sic” achter het Groen-Linkse adjectief geplaatst omdat wij op school niet zulke lelijke vormen mochten gebruiken. De leraren vonden zulke vormingen maar Germanismen, erg deutschfreundlich. Ik worstel zo met de wolligheid en de onnozelheid van de programma’s (waaraan geen politicus zich gaat houden, altijd met het excuus dat de economie anders uitpakt) dat ik even een grapje moet inlassen. Het is van 2009, uit de strip Sigmund van Peter de Wit in de Volkskrant. Je ziet twee in burqa’s gehulde vrouwen met elkaar praten. Eerste plaatje, ene vrouw « In Afghanistan werd ik verkracht en geslagen en op mijn veertiende uitgehuwelijkt ». Tweede plaatje, andere vrouw « Wat een verhaal! Gelukkig ben je nu in Nederland ». Laatste plaatje, ene vrouw weer « Maar hier is het onderwijs weer zo slecht ».Om bij ons snijden te blijven. In het Saksisch van de Achterhoek : het poggensniden. Onze Maroccaan of Algerijn of Tunesier is een doordenker. Stel je voor dat ze de besnijdenis ook zouden willen verbieden! Stel je gerust, mijn Mohammedaan. Aan de atavistische, onaesthetische besnijdenis van moslimkindertjes wordt niet gedacht! Bij Groen Links heerst nog het feministische, matriarchale idee dat deze de menselijke integriteit aantastende gewoonte onbespreekbaar is. Zelfs over wederbesnijders (gelovigen die de besnijdenis pas bij volwassenen en met hun consent toepassen) wordt daar niet gesproken! Stel je voor, welke orthodoxie nog meer vereist de besnijdenis van jongetjes? De onnozelheid van deze groen-linkse paragraaf wordt dan weer overtroffen door de regenteske, het establishment continuerende manier waarop ze de Eerste Kamer willen opheffen (punt 7 in zijn geheel: “De Eerste Kamer wordt afgeschaft”. C’est tout.) en de Tweede Kamer “kiest de (in)formateur en de minister-president”. Fijn onderonsje. Dat was nu bepaald niet ons voorstel. Eindelijk dringt het tot de meeste partijen door dat een aantal grondwetswijzigingen essentieel is.
Eerst zijn daar
wetswijzigingen die het establishment (vooral de grote partijen)
tot stand heeft gebracht na de jaren van de studentencontestaties
van eind jaren 60. Die schaffen bijvoorbeeld alle
(beroeps)mogelijkheden af met welker gebruik de leden van die
partijen op de kussens zijn gekomen (en ruim misbruik, ik geef het
toe, maar de democratie is nu eenmaal omslachtig en dan moet men
maar leren met democratisch geformuleerde wetten zijn doel te
bereiken en misbruik te voorkomen). Laten we principieel zijn, zodat we kunnen kiezen tussen een strikt representatief Koningschap naar Zweeds model, zonder inmenging van de Kroon in alles en nog wat, en een Republiek. Dan kan Willem Alexander zich prepareren op die rol. Wezenlijke interesse voor de historische bouwkunst van het land met een cursus architectuurgeschiedenis zou welkom zijn. Nu krijgt men de indruk dat de Rijksgebouwendienst willoos aan elke burgerlijke (zoals bij de inrichting van de Grote Zaal) of zelfs vandalistische wens (vernieling van de enig overgebleven natuurstenen statietrap van het Stadhuis van Amsterdam en vermoedelijke vernieling van al het beeldhouwwerk aan pilasters, festoenen en frontons van de gevels) tegemoet komt. Indien de Prins niet op zijn minst evenveel belangstelling krijgt als Prins Karel van Engeland voor het gebouwde erfgoed, dan kan hij beter de eerste erfelijke Keizer van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond worden. En dan, burgerlijke rekenaars, zelfs als je de uitgaven voor de representatieve Koning helemaal doorzichtig hebt gemaakt : een Koningschap kost geld. Laat de Koning niet alleen lintjes doorknippen, maar geef hem voldoende financieele armslag voor wat vertoon, wat geld geeft nu eenmaal wat meer allure, accepteer wat nu eenmaal bij een monarchie hoort. Wil hij graag aan het hoofd van een handelsmissie naar het buitenland gaan, oké. Maar zorg er wel voor dat zo een missie representatief is. (Een van de dagbladen meldt dat die handelsmissies tussen de 5 en 6 milliard Euro per jaar opleveren. Het zou leuk zijn indien die meneer die dat beweert zijn cijfers zou tonen en indien de snuggere journalisten zouden uitzoeken wat ’s mans connecties met het bedrijfsleven wel zijn). Donderdag 17 Juni 2010 – Vervolg Wanhopige verkiezingen. Moest denken aan mijn waarschuwing aan Wouter Bos voor de Gemeenteraadsverkiezingen : « sluit nu niet meteen Wilders uit, je weet niet of je nog vier of nog acht jaar met hem verder moet ». Realpolitik? Droevig genoeg, maar nu Wouter met ouderschapsverlof is gegaan kunnen de anderen frisch und froehlich manoeuvreren. Er is er al één luidruchtig aan de gang. Maar daarover later, eerst de beloftes van commentaar over de (binnenlands-)politieke partijprogramma’s nakomen. Maar het is niets in vergelijking met mijn hoogst sombere uitsmijter. Ik zou terugkomen op het gebrek aan samenhang en de innerlijke
tegenstrijdigheden van Plasterk’s kunst- en
onderwijsparagraaf (nr. 10 van het programma, met de veelbelovende
titel Een rijk cultureel leven ). Ik zal nu wat “close
reading” toepassen, daar moet zo een intelligente professor
als Plasterk wel tegen kunnen. (Wel met mijn cursivereringen, en,
tussen haakjes, een enkele snelle interruptie). De eerste zin
luidt : “Nederland is als klein land groot in kunst
en cultuur.” Heus, het staat er. Niet “een
klein land groot in kunst en cultuur” – het “als”
relativeert de hele zin van de zin. De tweede zin: “Dutch
Design (qu’est-ce que c’est que ça, het
poldermodel soms?), mode en moderne architectuur
verovereren de wereld.” Bedoelt hij nu het gebouw van de
Tweede Kamer? Duidelijk afgekeken van de internationale
kapitalistische of neo-liberale bouw in de V.S., gevolgd door
Japan en, nu ook, China – door een architectenbureau waarvan
maar één vestiging in Nederland ligt, de andere in
Zagreb (Croatie) en Shanghai (China). Een bureau dat zo weinig
voor milieu en historische erfenis voelt dat het ’t liefst
de Domtoren (uit het Westen gezien) zou willen vernederen achter
een twee keer zo hoge toren… De volgende alinea van par. 10 begin met de mooischijnende
phrase: “Culturele instellingen, kunstenaars en scholen
kunnen door nieuwe vormen van samenwerking (waarom niet gewoon
“samenwerking”? maar zie de phrase hieronder over de
“inzet”) de qualiteit (sorry, er staat “kwaliteit”)
van muziek- en cultuuronderwijs een nieuwe impuls geven.” We
comprimeren nu een paar zinnen die elkaar herhalen met de bewering
dat van het begin tot eind van het onderwijs, tot aan het
eindexamen “kunst en cultuur moeten worden ingezet, waarbij
kunstenaars en andere kunstprofessionals (Plasterk zal
misschien wel impresario’s, managers en “deskundigen”
bedoelen, och arme!) een toongevende rol (het staat er, wellicht
wordt er “toonaangevende” bedoeld) kunnen spelen.”
Wel, lieve lezers, hebben jullie al iets gehoord over de
salarieering van die kunstenaars en de subsidieering van die
culturele instellingen? Wanneer hun financieele vergoeding ook
maar een fractie moet bedragen van wat “kunstprofessionals”
gewoon zijn te toucheren zal de begroting voor het Ministerie wel
verdrievoudigd moeten worden. Laten wij (of laat ons) verder gaan met “« Bidden wij », sprak de dominee”, zulks in verband met de eigenaardige kop op pagina 5 van het verkiezingsprogramma van D66 : “Leve de verschillen! Maar geen onrechtvaardige verschillen.” De arme opstellers van het programma zijn ook al op brede scholen geweest waar slechts een enge kennis van het Nederlands heerst. Laten we er toch op letten, arme samenstellers, dat het meervoud van de aanvoegende wijs op een n eindigt! Vandaar het “bidden wij!” voor de meer religieus georienteerden onder u, terwijl we voor de meer classiek georienteerden een wat moeilijker voorbeeld geven : « eens was Rome groots! Getuigen de ruines ». Het voorbeeld is moeilijker omdat ten eerste alleen de inversie van de woordvolgorde op de aanvoegende wijs duidt (en niet de bevlogen toon van de predikant), en ten tweede omdat het werkwoord “getuigen” te pas en te onpas in het enkelvoud wordt gebruikt, als ware “getuige” een soort voorzetsel. Maar verder: “Mensen zijn niet gelijk, mensen zijn wel gelijkwaardig. D66 houdt van verschillen. (een punt, geen dubbele punt: een beetje syntaxis zou ons paratactische gehijg maar schaden) Verschillen in mensen zorgen voor leven en dynamiek. Mensen groeien van verschillen.” Zeker, ik ben inmiddels al meer dan twee meter lang. Wij hadden in een vorige paragraaf, op p. 4, getiteld “Vrijdenkers”, kunnen vinden hoe dat genetisch in elkaar steekt. Ik citeer de eerste twee alinea’s die volgen onder het kopje “Vrijdenkers” : “D66 heeft zijn missie vernieuwd. Of beter gezegd, hervonden. Wij gaan terug naar onze wortels. Terug naar de basis.” (Toch kennelijk een basis die stevig in de grond is geworteld. Eind eerste alinea, volgt de tweede:) Vrijzinnigheid is onze inspiratiebron. Democratie zit in onze genen. In de relatie overheid-burger is nog te weinig veranderd. Onderhoud aan de democratie is uitgebleven.” Jubilate, exsultate! Met één
klap, definitief, heeft D66 (een mutatie van D’66) het oude
geschilpunt tussen de invloed van nature en nurture
opgelost! : vrijzinnigheid komt uit een bron, ergo nurture,
en democratie is niet aangeleerd, maar simpelweg nature !
Oost-West, thuis best schijnt het naveltuurderig devies van alle partijen te zijn. Oppervlakkig gepraat over globalisering, maar de geo-politieke vraagstukken welker oplossing bepalend is voor de hele eeuw verdwijnen uit het beeld. Nu al met catastrofale gevolgen. Ik bedoel niet de uitslag van de Belgische verkiezingen, die zijn maar een klein symptoom van de verrechtsing en de toenemende xenophobie in heel Europa – ik bedoel de door links en rechts bevorderde afstoting van Turkije, die nu al tot het zo voorspelbare solo-spel van Erdogan leidt. De leidslieden van de Republiek (die al aan het eind van de 16de eeuw diplomatieke en handelsbetrekkingen met de Porte aanknoopte) zeiden « liever Turks dan Paaps », een nuchter oordeel, waarvan de juistheid zich weer begint op te dringen. Allereerst het klein-Roomse gescharrel van de heer Maxime
Verhagen zonder dat het Parlement hem tot verantwoording roept.
Met klein-Rooms bedoel ik het ongeemancipeerde, niet-democratische
gemanoeuvreer, gepaard aan haatgevoelens jegens Mohammedanen. Het
is het gevolg van eeuwenlang domgehouden zijn door de clerus en
onvoorwaardelijk de absolutistische leiding van één
man accepteren. Het nog steeds niet kunnen scheiden van Kerk en
Staat. Een mens wordt heel somber van deze ontwikkeling, waarvan ik twee voorbeelden zal geven. Maar het gaat ons allen aan en we kunnen niet net doen alsof we er niets mee te maken hebben, en alsof we er geen enkele invloed op zouden kunnen uitoefenen. Ten eerste schijnt Verhagen bereid te zijn de moord op bijna
8000 Moslims in Srebrenica en het nog steeds maar niet kunnen
vinden van Mladic door de vingers te zien om Servie, een land in
vergelijking waarmee Polen nog in democratie excelleert, maar toe
te laten tot de Europese Unie. Ten tweede is Erdogan zo gedesillusioneerd door de hypocriete afwijzing van Europa, dat hij steeds nauwer de banden aanhaalt met Iran, en nu ook met de andere, Soennitische staten van het Midden-Oosten. Deze week hebben de Iraniers al de Koerden van Noord-Iraq gebombardeerd zonder dat het tot enig protest van Bagdad heeft geleid. Thomas Friedman, de Pullitzer Price winnaar, die jarenlang in het Midden Oosten heeft gewerkt, die een column heeft in de “Herald Tribune”, en die vaak de noodzaak van Turkije’s balancerende rol en zijn aansluiting bij de Europese Unie heeft uiteengezet, schrijft deze week (Int. Herald Tribune, 15 June) geschrokken bij een nieuw bezoek aan Istanboel over het thans ontbreken van de balancerende rol – wat hij een vacuum noemt : « (This) vacuum comes courtesy of the European Union. After a decade of telling the Turks that if they wanted E.U. membership they had to reform their laws, economy, minority rights and civilian-military relations – which the Erdogan government systematically did – the E.U. leadership has now said to Turkey: “Oh, you mean nobody told you? We’re a Christian club. No Muslims allowed.” (This) hugely bad move, has been a key factor prompting Turkey to move closer to Iran and the Arab world.» Is er geen gebed in de Christelijke kerk dat de Overheid een Wijs Beleid toewenst?
|
||||||
Programma van de Sociaal-Liberale Partij
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|
||||||
|